Dankzij Napoleon hadden we de eerste wet voor de leefomgeving: de Mijnbouwwet uit 1812. Nederlanders reageren op maatschappelijke ontwikkelingen door een nieuwe wet te schrijven, zegt Gertjan Wessels, organisatieontwikkelaar en trainer bij de cursus ‘Impact van de Omgevingswet voor een gemeentelijk opdrachtgever’ van Bouwmeesters. “Die opstapeling van wetgeving door de jaren heen maakt het moeilijk om de fysieke leefomgeving integraal te bekijken en beoordelen.”

Als de Omgevingswet uitpakt zoals beleidsmakers verwachten, wordt besluitvorming meer integraal, gaat het sneller door kortere procedures en zien we meer participatie in bouwprojecten. Integraler, sneller en beter. Maar wat betekent het nu voor opdrachtgevers? En wat zijn de kansen van de Omgevingswet voor jou?

Wat is de Omgevingswet?

De Omgevingswet, die in werking treedt op 1 januari 2024, is een veelbesproken thema bij alle organisaties die onderdeel zijn van de bouwkolom binnen de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Het doel van de wet is om de regelgeving rondom de fysieke leefomgeving, zoals bouwprojecten en ruimtelijke ordening, te vereenvoudigen en samen te voegen.

Wat de Omgevingswet doet

De Omgevingswet resulteert onder andere in extra indieningsvereisten voor de aanvraag omgevingsplanactiviteit (omgevingsvergunning). De extra indieningsvereisten richten zich op de thema’s Wkb, veiligheid en participatie. Als (gemeentelijk) opdrachtgever moet je hier scherp op zijn om (extra) vertraging te voorkomen.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) verandert de contractuele spelregels tussen (gemeentelijk) opdrachtgever en opdrachtnemer (privaatrecht) en zorgt voor een andere manier van toezicht op de bouw in Nederland (publiek recht). De rol, bevoegdheden en informatiepositie van het bevoegd gezag worden anders dan dat we nu gewend zijn onder de huidige wetgeving. Als gemeentelijk opdrachtgever is het raadzaam om zowel de private en publieke wijzigingen scherp te hebben en een beeld te vormen bij vragen als: wie contracteert de kwaliteitsborger, wat verwacht ik van het opleverdossier, zijn onze contracten al voorbereid en wie dient de melding bouwactiviteit in?

Veiligheid

Veiligheid is een breed begrip. De extra indieningsvereisten vanuit de omgevingswet gaan over veiligheid in de directe omgeving van het bouwwerk. Bij de vergunningsaanvraag moet een risicomatrix aangeleverd worden. Op basis van deze matrix wordt bepaald of de nieuwe veiligheidsfunctionaris, die toeziet op de veiligheid in de directe omgeving, aangesteld moet worden.

Participatie

De wijzigingen met betrekking tot participatie leveren ook een extra indieningsvereiste op. Op het moment dat je een vergunning aanvraagt, moet je een participatierapportage aanleveren. Daarin moet staan welke andere belanghebbenden meegenomen zijn, wat de resultaten zijn van participatie-interventies en wat je daarmee hebt gedaan. De Omgevingswet zegt: je moet uitleggen wat je doet maar is vormvrij over hoe je het moet doen. Er is echter geen checklist waar je simpelweg aan kunt voldoen.

De kansen van de Omgevingswet

Er mag meer decentraal geregeld worden
De gemeente mag meer zelf bepalen. Op gemeentelijk niveau kan er bijvoorbeeld straks bepaald worden wat extra vergunningsvrij is voor de omgevingsplanactiviteit. Stel, je bouwt een dakkapel en nu heb je daar een vergunning voor nodig. Dan kan het zomaar zijn dat bij het bouwen van een dakkapel aan de voorzijde in de komende jaren de omgevingsplan activiteit vergunningvrij wordt gemaakt.
Decentraliseren betekent voor een opdrachtgever en initiatiefnemer dat het belangrijk is om zo vroeg mogelijk aan tafel bij de gemeente te komen. Zo weet je snel met welke regels je rekening kunt houden bij indienen van een voorstel.

De proceduretijd wordt verkort
In de meeste gevallen moet de vergunningsprocedure binnen 8 weken afgerond worden. Dit is nu soms 26 weken. Daardoor kan een versnelling ontstaan.
Het nadeel is wel dat de vergunning bij rechtswege vervalt. Op dit moment is het zo dat als de gemeente er te lang over doet, dat je de vergunning automatisch toegewezen krijgt. Straks is dat niet meer zo. De gemeente kan er, om een gegronde reden, langer over doen dan 8 weken.

Inzicht en overzicht
In een online omgeving (DSO, het Digitaal Stelsel Omgevingsloket) staan straks alle regels bij elkaar. Dat betekent dat je in één overzicht/landkaart de landelijke regels, de regels van het Waterschap, de provinciale en de gemeentelijke regels ziet. In het DSO doe je ook de vergunningsaanvraag. Dat gebeurt nu via het digitaal loket OLO (Omgevings Loket Online).

Participatieleidraad
Veel gemeenten (bevoegd gezag) zijn bezig met een participatieleidraad om voor verschillende complexiteitsklassen aan te geven wat voor participatietraject zij passend vinden. Omdat participatie vormvrij is, is de participatieleidraad richtinggevend. Het kan heel waardevol zijn om daar gebruik van te maken, zodat je zelf niet hoeft te bedenken wat passend is. Dit kan je ook bespreken in een vooroverleg.

Nu meer leren over de Omgevingswet?

Begint het je allemaal te duizelen, al die informatie over de Omgevingswet? Het is geen eenvoudige materie. Wat is de impact voor een gemeentelijke opdrachtgever en wat is de impact op het projectenproces? De training ‘Omgevingswet voor een gemeentelijke opdrachtgever’ geeft inzicht in de aanvullende acties voortkomend uit de Wkb, participatie en veiligheid in de directe omgeving van het bouwwerk. Wat moet ik wanneer extra doen tijdens een project? Bij welke type projecten? Hoe kan ik het pragmatisch organiseren?

Trainer Gertjan Wessels leert je dit allemaal tijdens de training van Bouwmeesters. Bekijk de training hier.